Voor de meeste gevluchte Oekraïense kinderen en jongeren in Nederland is van terugkeer voorlopig nog geen sprake. Dat maakte een jaar lang oorlog in Oekraïne pijnlijk duidelijk op 24 februari 2023. Het betekent dat deze groep ook op langere termijn hun plek moet vinden in het Nederlandse onderwijs. Hoe werkt dat, lesgeven aan Oekraïense jeugd met afstand tot de Nederlandse taal? Plaats je die op Nederlandse scholen of op tijdelijke onderwijsvoorzieningen met Oekraïense leerkrachten? En hoe zorg je dat de kwaliteit van het onderwijs daar niet onder lijdt? SEO Economisch Onderzoek, Sardes en CAOP slaan de handen ineen om het onderwijs aan Oekraïense kinderen in Nederland te monitoren.
De opdracht wordt uitgevoerd voor het ministerie van OCW, dat besloten heeft schoolbesturen de ruimte te geven om op bepaalde punten van sectorwetten af te wijken. Zo kunnen Oekraïense leerlingen toch op korte termijn onderwijs ontvangen en kan worden ingespeeld op specifieke behoeften, zoals onderwijs in de eigen taal. ‘We hopen dat het nieuwkomersonderwijs in bredere zin profijt heeft van deze ervaringen’, vertelt Nynke van Miltenburg, onderzoeker bij het CAOP.
Speciale tijdelijke onderwijsvoorziening
Sardes heeft door de jaren heen het nieuwkomersonderwijs in verschillende gemeenten onderzocht en is daarom een goede kandidaat om dit onderzoek te gaan doen. Waar SEO kwantitatieve analyses gaat maken, richt Sardes zich samen met het CAOP op het verdiepende, inhoudelijke stuk. Nynke werkt samen met Paulien Muller, senior onderzoeker en adviseur bij Sardes. ‘Nieuwkomerskinderen zijn misschien wel de meest kwetsbare groep in het onderwijs en tegelijk is het een groep met veel potentieel’, vertelt Paulien. ‘Dat zie ik als onderzoeker van Sardes en dat zie ik als ik op de vrijdagen als leerkracht voor de klas sta in Kanaleneiland, Utrecht.’
‘Er zijn veel Oekraïense kinderen en jongeren naar Nederland gekomen, en die zijn leerplichtig. Maar het Nederlandse onderwijs kampt natuurlijk al met een personeelstekort,’ legt Nynke uit. ‘Voor Oekraïense vluchtelingen mag je nu een speciale tijdelijke onderwijsvoorziening creëren wanneer het reguliere nieuwkomersonderwijs vol zit. Een apart lokaal of gebouw waarin je ook bijvoorbeeld afstandsonderwijs vanuit Oekraïne kunt organiseren. Of je mag mensen inzetten die in Oekraïne bevoegd leerkracht zijn, maar in Nederland nog niet. De regeling is tijdelijk bedoeld zodat kinderen sneller doorstromen.’
Welke keuzes zorgen voor kwalitatief onderwijs?
Paulien, Nynke en hun collega’s gaan het onderwijs aan de Oekraïense kinderen dus monitoren. Hoe gaat het met het onderwijs? Nemen de Oekraïense kinderen deel, of niet? En zo nee, waarom dan niet? Werken die tijdelijke systemen en gaan ze niet ten koste van de kwaliteit het onderwijs? En hoe zit het met het effect op regulier (nieuwkomers)onderwijs?
CAOP en Sardes spreken in zes verschillende gemeenten in Nederland met ambtenaren, schoolbesturen, schoolleiders, onderwijspersoneel, Oekraïense ouders en leerlingen. ‘Daarvoor werken we samen met Pharos, die Oekraïense sleutelpersonen voordraagt die met ons meedenken over het benaderen van de Oekraïners,’ vertelt Nynke. Later in het onderzoek volgen er focusgroepen met gemeenten en scholen. Verder is er een focusgroep met experts en wordt de Oekraïense gemeenschap in Nederland breed geconsulteerd via social media. Samen schrijven CAOP en Sardes mee aan de rapporten die elk half jaar uitkomen. Het project heeft een looptijd van tweeënhalf jaar.
Concrete inzichten over les aan nieuwkomers
‘Ik ben heel benieuwd wat we gaan ontdekken nu we het onderwijs aan Oekraïense kinderen en jongeren in opdracht van OCW onder de loep mogen nemen,’ zegt Paulien. ‘Is deze groep zijn weg aan het vinden in het Nederlandse onderwijssysteem of verkeren zij nog in een uitzonderingspositie? Wat doet dit met de onderwijsresultaten en met het toekomstperspectief van deze groep? En wat kunnen we hiervan leren voor andere groepen nieuwkomers? Ik kan niet wachten om de scholen in te gaan en met leerkrachten, docenten, NT2-specialisten, ouders en leerlingen zelf te spreken!’
Ook Nynke kijkt uit naar het veldwerk. ‘Het is een extra uitdaging, vluchtelingenonderwijs in deze context waarin een grote groep plotseling een plek moet vinden. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak. Maar we hebben de tijd om de diepte in te gaan met dit onderzoek, dat is prettig. Ik kijk ernaar uit om naar de scholen toe te gaan en met mensen te praten, dat maakt het heel zichtbaar en concreet.’
Het eerste uitgebreide rapport van het onderzoek ‘monitoring en evaluatie onderwijs aan Oekraïense ontheemden’ staat gepland voor september 2023 en zal in de Tweede Kamer worden besproken.