Rapport Inzicht in (non-)bereik onder kinderen van inburgeringsplichtigen in de voorschoolse educatie

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aan Sardes gevraagd onderzoek te doen naar (non-)bereik in de voorschoolse educatie bij kinderen van ouders die inburgeringsplichtig zijn. Directe aanleiding voor het onderzoek is een motie over signalen van non-bereik bij kinderen van inburgeringsplichtige ouders.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aan Sardes gevraagd onderzoek te doen naar (non-)bereik in de voorschoolse educatie bij kinderen van ouders die inburgeringsplichtig zijn. Directe aanleiding voor het onderzoek is een motie over signalen van non-bereik bij kinderen van inburgeringsplichtige ouders.

Uit het onderzoek komt naar voren dat gemeenten melden dat de meeste kinderen van inburgeringsplichtige ouders gebruik maken van voorschoolse educatie, maar dat het lastig is om hierover accurate cijfers te leveren omdat de groep bijna nergens afzonderlijk geregistreerd wordt. Slechts een deel van de gemeenten durft zich daarom te wagen aan een schatting van het deelnamepercentage. Meer dan de helft schat dat het deelnamepercentage boven de zeventig procent ligt. Een deel van de gemeenten meldt dat veel kinderen van inburgeraars gebruik maken van de volledige dagopvang in plaats van voorschoolse educatie (die meestal voor hooguit 10 uur per week beschikbaar is). Helemaal niet deelnemen aan beide vormen van opvang is volgens respondenten zeldzaam, met name bij statushouders. Niet-deelnemen aan VE kan komen door onbekendheid met VE, financiële redenen, of het hebben van verplichtingen die niet matchen met het tijdsbestek van VE (de inburgeringslessen van ouders worden daarbij veel genoemd). Respondenten geven aan dat de meeste ouders deelname aan voorschoolse educatie belangrijk vinden omdat het een voorbereiding is op een goede start in Nederland.

Lees ook