Verbeteren start in het basisonderwijs – Een wetenschappelijk kader

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek heeft op verzoek van de ministeries van SZW en OCW en de Inspectie van het Onderwijs aan Sardes gevraagd een wetenschappelijk kader te ontwikkelen met het oog op het verbeteren van de start van kinderen in het basisonderwijs.

Er zijn aanwijzingen uit zowel wetenschap als praktijk dat de start van de basisschool vanuit het perspectief van de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen kan worden verbeterd. In Nederland zijn de afgelopen jaren verschillende (deels buitenwettelijke) initiatieven ontstaan om de start op school te versoepelen, bijvoorbeeld in de vorm van gezamenlijke activiteiten van voorschoolse voorziening en basisschool, peuter-kleutergroepen, instroomgroepen of cohortinstroom bij de kleuters. Onbekend is wat de precieze opbrengsten en eventuele risico’s van deze initiatieven zijn. Om hier beter te zicht op te krijgen is onderzoek nodig. Dit wetenschappelijk kader biedt een houvast voor dit onderzoek door op hoofdlijnen te schetsen wat op dit moment bekend is over de start op de basisschool.

Aan de hand van een (inter)nationale literatuurstudie en een serie expertbijeenkomsten zijn antwoorden gegeven op de volgende vragen:

  1. Welke problemen kunnen worden gesignaleerd rondom de start in het basisonderwijs? Bij welke kinderen?
  2. Wat zijn in grote lijnen de oorzaken en verklaringen voor deze problemen?
  3. Wat zijn bevorderlijke condities voor een soepele start in het basisonderwijs? Welke maatregelen zijn hierbij kansrijk? Wat zijn de voor- en nadelen, opbrengsten en aandachtspunten van de verschillende maatregelen?

Lees meer