De Sardes-Leespluim is een bekroning van kwalitatief goede en veelzijdig bruikbare (prenten)boeken voor jonge kinderen (0-6 jaar). Dit zijn de winnaars van 2024.
De Sardes-Leespluim is een bekroning van kwalitatief goede en veelzijdig bruikbare (prenten)boeken voor jonge kinderen (0-6 jaar). Dit zijn de winnaars van 2024.
December
Binkie is een heel gewoon hondje. Hij woont in een hondenhotel. Bijzondere honden, zoals Sjakie met drie poten en Natasja de poedelprijswinnaar, worden steeds gekozen door baasjes, maar Binkie niet. De bazin van het hondenhotel maakt zich zorgen, want het hotel sluit: zij gaat naar een rusthuis en er komen katten in het gebouw. Toch belooft ze Binkie dat alles goedkomt. Binkie gelooft het niet, tot er een gewone meneer binnenkomt die een gewone hond zoekt…
Met de vlotte pen van Bette Westera en het expressieve beeldende werk van Barbara de Wolf is dit een hartverwarmend prentenboek vol humor. De collageachtige illustraties tonen honden en hun baasjes, de bazin met haar rollator, en scènes vol grapjes zoals de krabbende katers. Dit feelgood-verhaal biedt volop stof om over te praten: wat is gewoon, en moet je bijzonder zijn om speciaal te zijn?
November
‘Dit dier hier’, dat rijmt! En dat doen uiteraard alle dertig dierenrijmpjes in dit stevig uitgevoerde, aantrekkelijke boek. De leeswijzer voorin het boek geeft praktische tips, misschien overbodig maar toch heel handig om je als voorlezer daarop in te stellen. Langzaam voorlezen en geef het kind of de kinderen de tijd om het dier uit het rijmpje te raden.
Alle dieren zijn vriendelijk afgebeeld in hun natuurlijke habitat. De zachte pastelkleuren onderstrepen de sympathieke uitstraling van het boek. Taal en illustraties bieden jonge kinderen een vriendelijke omgeving waar ze enthousiast in mee kunnen gaan. Ook kinderen met een andere taalachtergrond kunnen al snel meedoen en leren van de groep.
Oktober
Dr. Morley is gek op kwallen en ze heeft zichzelf als doel gesteld de grootste kwal ter wereld te vinden. Niemand heeft de gigantische Noordpoolkwal ooit gezien. Bestaat ie wel?
Maar wacht eens even… is dat niet de reuzenkwal die zijn kop boven het water uitsteekt? Hij heeft zich gedurende de hele zoektocht verstopt voor Dr. Morley. De ene keer zat hij precies aan de andere kant van de ijsberg, dan weer verstopte hij zich onder het schip of zat hij onder het rubberbootje van het expeditieteam. Hij speelde een spelletje!
Een reuzenkwal met humor, dat is de grappige invalshoek voor dit prachtig geïllustreerde prentenboek. De ontberingen in het koude poolgebied, het leven aan boord van het schip, de uitrusting van het team en een schitterend beeld van het noorderlicht zijn krachtig in stevige kleuren neergezet. Zou je ook willen meegaan op expeditie?
September
‘We stapten in de trein. Ik ging met papa naar de zee. Toen reed er – dit geloof je nooit – een tijger met ons mee!’
Nee, daar geloven we niets van. Maar wat is dat? Op de eerste bladzijde verschijnen een paar tijgerpoten die naar de deur van de trein bewegen. En het is ook nog een tijger die een hoed draagt.
De fantasie van het jongetje dat met zijn vader naar de zee reist, neemt steeds grappiger vormen aan. Hij zit daar ook maar in die trein met een vader die alleen maar op zijn telefoon kijkt en doet dan maar verslag aan de lezer van wat er allemaal gebeurt onderweg.
Een levendige bedoening met als ontknoping de vader die zich eindelijk ontworstelt aan zijn mobiele telefoon en lekker pret maakt in zee met zijn zoon.
Augustus
Daar staan ze dan, de coole gasten. Ze kijken ons strak recht in het gezicht met een donkere bril op hun neus of snavel. Hoe zijn ze zo geworden? Het begon allemaal met de vondst van een donkere zonnebril. Poes vond hem het eerst, zette hem op en voelde zich direct cool. Zo cool dat ze dacht stoer achterstevoren van de glijbaan te kunnen. Yeah! Maar dat viel tegen. Met een vaart en een angstige kreet viel ze naar beneden en verloor de zonnebril. Die werd gevonden door Kaketoe die zich ook onmiddellijk zo cool voelde dat hij dacht over de wip te kunnen huppen. Dat liep niet goed af en hij verloor de zonnebril die gevonden werd door Varkentje. Ook Varkentjes coole act op de schommel mislukte jammerlijk. De coole gasten waren teleurgesteld en voelden zich helemaal niet meer cool met die zonnebril op. Toen kwam Kippetje langs. Zij werd nog gewaarschuwd: zet die bril niet op. Maar bij kippetje werkte het anders. Zij ging gewoon lekker van de glijbaan en wippen en schommelen en de coole gasten deden mee. Niemand deed meer cool en ze hadden veel plezier met elkaar. Het was cooler dan cool!
De bijna dreigende paginagrote illustraties van de coole gasten tegen een achtergrond van felle kleuren bouwen een mooie spanning op die zich tegen het einde ontlaadt in een vrolijk speltafereel. Cool zijn lijkt cool maar lekker spelen met elkaar is cooler. Het is een overtuigende boodschap. Een verhaal over vriendschap, durven, je verlies nemen, de mislukking kunnen accepteren en verder gaan.
Oh, oh, wat een verdriet! De tranen springen van het stevige kartonnen omslag. Wat is er aan de hand? Hidde huilt. Hidde heeft een huildag. Hij huilt als papa naar zijn werk gaat, hij huilt als Petter over de pop heen rijdt in het kinderdagverblijf, hij huilt als papa hem te vroeg komt halen. Arme Hidde.
Met weinig woorden en veelzeggende illustraties worden de huildag van Hidde en de reacties van zijn omgeving in beeld gebracht. De emoties zijn goed af te lezen op de gezichten van de vriendjes op het dagverblijf, de juf en papa en mama. De stevige kartonnen uitvoering zorgt ervoor dat het boekje veel voorgelezen en besproken kan worden. Moeten jullie ook wel eens huilen zonder dat je weet waarom?
Beer kan zijn bril nergens vinden. ‘Op je hoofd, op je hoofd!’ roepen we allemaal. Maar Beer hoort het niet. Hij haalt zijn hele huis overhoop, al zijn spullen liggen om hem heen, maar geen bril. Wat nu? Zonder bril ziet hij al snel drie zonnebloemen aan voor leeuwen. Beer is wel erg bijziend!
Het grappige van het verhaal is dat wij Beer goed kunnen volgen in zijn bijziendheid. De grote grijze steen lijkt ook wel op een olifant, in de prachtige, gebogen stengels met roze bloemen kun je best een flamingo zien. De paginagrote illustraties in heldere kleuren laten op iedere pagina weer een verrassing zien. Wat verzint die gekke Beer nu weer? Een hilarisch boek om lekker mee te lachen. Maar ook kan een gesprek ontstaan over brillen, de functie en werking ervan, de voordelen en nadelen… Nu steeds meer kinderen een bril nodig hebben, is dat een betekenisvol en interessant onderwerp.
Doris het olifantje kijkt je open en olijk aan vanaf het omslag, maar schijn bedriegt. Doris is verschrikkelijk verlegen. Ze is knalrood en valt daarom nogal op, maar ze wíl helemaal niet opvallen.
Doris is een boek vol humor, woordgrapjes, felle kleuren en een rijke woordenschat: snauwen, dartelen, dwalen, ploeteren. Het is ook een leuk zoekboek: iedere keer als Doris verdwijnt in een zwerm vogels, planten of vissen, moet je haar weer zien te vinden. De duidelijke keuzes in het kleurenpalet, de vaak overlappende, iets doorschijnende vormen in verrassende composities geven het boek een eigen karakter. En Doris maakt een ontwikkeling mee van verlegen olifantje dat niet wil opvallen naar een zelfbewuste olifant die vindt dat ze er mag zijn. Een rijk boek.
Een meisje en haar hond zien een grote vuurpijl neerkomen op aarde. Het blijkt een ruimteschip waar een vriendelijk ruimtewezen uit tevoorschijn komt. Het meisje neemt het wezen onder haar hoede en laat hem haar thuis zien. ’s Nachts slapen ze omringd door wilde dieren bij een kampvuurtje. Een idylle. Maar dan vertrekt het wezen weer in zijn ruimteschip, het meisje wat verbouwereerd achterlatend. En dan… zien ze weer dezelfde vuurpijl op de aarde afkomen. Het ruimtewezen is teruggekomen en brengt zelfs een ander ruimtewezen mee. Ze lijken thuisgekomen en voelen zich welkom.
‘Thuis’ is een groot uitgevoerd prentenboek zonder woorden, met zeer veel details. De grote, fel gekleurde pagina’s vol natuur en dieren laten de lezer het verhaal zelf invullen en roepen veel vragen op. Waar komt het ruimtewezen vandaan? Hoe word je vrienden met iemand, ook als jouw taal voor die ander waarschijnlijk onbegrijpelijk is? Misschien zou je zelf ook wel in zo’n overweldigende natuur willen leven of iemand willen ontmoeten voor wie alles nieuw is en samen ontdekken hoe je elkaar dingen kunt vertellen.
‘Ga je mij kietelen?’, vraagt de leeuw. Zou je dat wel doen? Het lijkt alsof hij je uitdaagt. ‘Waag het eens!’, lijkt hij te zeggen. En inderdaad, wanneer je het flapje opent in het boek, laat hij brullend zijn tanden zien.
Mies van Hout is er weer in geslaagd een sympathiek ontdekkingsboekje voor de allerjongsten te maken. Op een mooi formaat, niet te groot, niet te klein, schildert zij in zachte kleuren dieren met hun kenmerkende eigenschappen.
Hoe denk jij dat het dier gaat reageren? Kun je dat aan de tekening misschien al zien? Hoe vind jij het als iemand jou wil kietelen? Waar woont de eekhoorn? Heb je er wel eens een gezien? Wie heeft er een huisdier? Genoeg om over door te praten.
Jim heeft een heel slechte dag. Hij is mopperig. Gewoon, zomaar. Zijn vele dierenvrienden snappen er niets van. Het is immers een prachtige dag, maar niet voor Jim. Hij nergens zin in, geen zin om te zingen of te slingeren met de apen. Geen zin om te flaneren met de pauwen. Alle dieren reiken hem ideeën aan om vrolijk te worden maar het bereikt Jim niet.
In expressieve illustraties wordt treffend de gemoedstoestand van Jim weergegeven. Ook de emoties van de dieren die hem bemoedigend toespreken zijn goed te herkennen. Leuk om na te spelen met een groepje peuters of kleuters. Of om over door te praten en ervaringen uit te wisselen over mopperige momenten. De ontknoping van dit grappige verhaal moet groot en klein aanspreken: het is best lekker om eens mopperig te zijn.
Op het omslag zit een groepje zielige dieren in de wachtkamer van dokter Kip. De eerste patiënt is meneer Vos, die uitgebreid vertelt hoe zijn staart tussen de deur is gekomen. De volgende patiënt is meneer Beer, die te veel taart gegeten heeft en daardoor een rommelende maag heeft. Mevrouw Giraf heeft vreselijke nekpijn na een ritje in haar cabrio en het eten van een ijsje. En dan is de wachtkamer leeg en kan dokter Kip naar huis waar meneer Haan wacht met het eten.
Deze grappige korte verhaaltjes zijn weergegeven in kleine stripachtige tekeningen die de situatie humoristisch uitvergroten. Een boek met humor dat ook nog kan zorgen voor minder angst voor de dokter. Een fijn boek om mee te werken rond thema gezondheid.