Vanaf 1 augustus 2020 moeten gemeenten een aanbod van (minimaal) 960 uur voorschoolse educatie (ve) hebben voor doelgroeppeuters in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar. Ook is per 1 januari 2022 de urennorm van kracht voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker in de ve.
Hoe is de invoering van deze nieuwe maatregelen gegaan? En hoe wordt het goab-budget door gemeenten en gesubsidieerde ve-aanbieders besteed? Dat onderzochten Sardes, Oberon en Cebeon in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Laatste monitor
Over een periode van vier jaar (2019-2022) zijn er vier metingen uitgevoerd. In april 2023 deelde het consortium de onderzoeksresultaten van de vierde en laatste monitor. Daaruit blijkt onder andere dat de kwaliteitsversterking succesvol is afgerond. Wel zijn er verschillen te zien tussen en binnen gemeenten in toegankelijkheid, bereik, aanbod en kwaliteit. Om de relatie hiertussen verder uit te diepen zijn er vijf praktijkvoorbeelden uitgevoerd.
Bekijk de rapporten
Wil je meer weten over de conclusies en welke mogelijkheden er zijn om de ve verder te versterken? Download dan het rapport hieronder of bekijk de praktijkvoorbeelden. Liever de resultaten in één oogopslag? Bekijk dan één van de handige infographics voor gemeenten en ve-aanbieders.
Monitor Implementatie en besteding gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (meting 4)
Vijf praktijkvoorbeelden in de voorschoolse educatie
Infographic | GOAB meting 4 | gemeenten
Infographic | GOAB meting 4 | ve-aanbieders
Stel een vraag
Heb je een vraag over de resulaten van dit onderzoek? Stel deze dan gerust aan een van onze onderzoekers: IJsbrand Jepma, Sien Beckers of Carlijn Waaijer.